Herdenking Âşık Veysel (Turkse troubadour en poëet)
Op 18 mei a.s. zal in het Amsterdam Yunus Emre Instituut een herdenkingsbijeenkomst ‘Âşık Veysel’ gehouden worden. U wordt van harte uitgenodigd om deze herdenking met ons te ervaren. Deze avond wordt georganiseerd door Türkevi en Amsterdam Yunus Emre Instituut. Âşık Veysel (25 oktober 1894 – 21 maart 1973) was een Turkse troubadour en poëet uit Sivas. Veysel heeft tientallen nummers op zijn naam staan. Bijvoorbeeld, het nummer “Uzun ince bir yoldayım” is door talloze Turkse zangers en zangeressen in hun repertoire opgenomen. Tevens is er een mini concert dat uitsluitend bestaat uit het werk van Aşık Veysel, verzorgd door de heren Sait Döşkaya en Cafer Üvenç (Ministerie van Cultuur en Toerisme).
Aan deelname zijn geen kosten verbonden. Wij verzoeken u wel zich in te schrijven via email [email protected]. Dan houden wij een stoel voor u vrij.
Wij hopen op uw komst op 18 mei 2017. Moge er vrede zijn in uw hart en licht op uw pad,
Organisatie
Datum 18 mei 2017
Thema Herdenking Âşık Veysel
Tijd 19.30 inloop; Programma 20.00 – 22.00 uur
Waar Amsterdam Yunus Emre Instituut
Adres Weteringschans 28, 1017 SG AMSTERDAM
Âşık Veysel
Âşık Veysel Şatıroğlu was een Turkse volksdichter en minstreel, die zichzelf begeleidde op de Bağlama of Saz. Hij werd op 25 oktober 1894, geboren in het dorp Sivrialan, in het Şarkışla district in de provincie Sivas. Zijn moeder was Gülizar hanım zijn vader was Ahmet bey. In die jaren heerste de pokken in die streek, waar Veysel twee zusjes aan verloor. Toen hij zeven jaar oud was verloor hij het zicht in één oog aan dezelfde ziekte. Bij een vreselijk ongeluk verloor hij ook het zicht in zijn andere oog. Zo is Veysel op zevenjarige leeftijd blind geworden. Zijn visuele handicap had echter geen invloed op zijn succesvolle muziekcarrière. Die begon toen zijn vader een bağlama voor hem kocht omdat hij niet buiten kon spelen met zijn leeftijdgenootjes.
Uzun ince bir yoldayim – Ik ben op weg, op een lange smalle weg
Turkse tekst
Uzun ince bir yoldayım,
Gidiyorum gündüz gece,
Bilmiyorum ne haldayim,
Gidiyorum gündüz gece.
Dünyaya geldiğim anda,
Yürüdüm aynı zamanda,
İki kapılı bir handa
Gidiyorum gündüz gece.
Uykuda dahi yürüyom,
Kalmaya sebep arıyom,
Gidenleri hep görüyom,
Gidiyorum gündüz gece
Kırk dokuz yıl bu yollarda
Ovada dağda çöllerde,
Düşmüşem gurbet ellerde
Gidiyorum gündüz gece.
Düşünülürse derince,
Irak görünür görünce,
Yol bir dakka miktarınca
Gidiyorum gündüz gece.
Şaşar Veysel işbu hale
Gah ağlayan gahi güle,
Yetişmek için menzile
Gidiyorum gündüz gece
Nederlandse tekst
Op een lange smalle weg,
loop ik dag en nacht,
niet wetend in welke staat ik ben;
dag en nacht op doorreis.
Het moment dat ik op de wereld kwam,
begon ik al te lopen.
In een huis met twee deuren,
dag en nacht op doorreis.
Zelfs in mijn slaap loop ik,
en zoek een reden om ergens te blijven,
Zij die al weg zijn,
zie ik nog voor me,
dag en nacht op doorreis.
Negenenveertig jaar onderweg,
door dalen, bergen en woestijnen,
ver van huis ben ik beland,
dag en nacht op doorreis.
Als je er diep over nadenkt,
lijkt het een hele afstand:
een minuut onderweg…
dag en nacht op doorreis.
Veysel verwondert zich over zijn toestand;
moet ik lachen of huilen
om mijn bestemming te bereiken?
dag en nacht op doorreis.